PERPETUUM MOBILE

VAN SCHAPEN EN WOLVEN

Kaalgeschoren schapen klagen aan het hek

de kilte, in hun afgedwongen naaktheid, aan.

Verstoken van hun dikke vacht en een dik laag spek

die het varken van de koude redt, staan

schriele dieren bibberend uit hun nek

te blaten, als wolven huilen naar de maan.

 

Geschrokken reizigers kijken bang het duister in,

ongrijpbaar als het licht in donker is vergaan

verroert de mens geen spreekwoordelijke vin,

kan je door z'n angst geen woord verstaan

als lippen trillen, plots, midden in een zin

en wolven huilen naar de maan.

 

Wolven in hun schapenvacht gehuld vluchten

weg van huis verloochend door de derde haan

schrikken zij van onherkenbare geruchten,

blijven ze als zoutpilaren staan

en aangeraakt door spijt en wroeging zuchten

ze gedwee, als échte wolven huilen naar de maan.

 

16/01/02