TE KERKE
Te kerke
tussen krassende kraaien,
in cirkels
rond stenen gelaten,
verweerde gargouilles
beklad door gebeden,
de duiven verweten.
Te kerke
met wrekende uilen,
de nacht
tussen slapende graven,
vermeende gevaren
verhaald door de ratten,
voor muizen en wezels.
Te kerke
in tranen,
met stilte
geladen,
vergeten
te bidden,
en weten.
17/02/02